Academisch succes anders meten en waarderen
Laura Jussen en Michael Wise over de verandering die het traject ‘Erkennen & Waarderen’ teweeg moet brengen binnen NWO-I
Als wetenschapper ben je succesvol met een flinke lijst publicaties, citaties en binnengehaalde financieringen. Je carrière verloopt dan doorgaans soepel. Maar welke toekomst heb je als je vooral feeling en talent hebt voor onderwijs, of ondersteunend bent aan het onderzoek, en niet het traditionele pad wilt bewandelen? Met het project Erkennen & Waarderen (E&W) zet NWO-I stappen naar een nieuwe balans in het erkennen en waarderen van wetenschappers. Een commissie onder leiding van Laura Jussen (beleidsmedewerker bij bureau NWO-I) en Michael Wise (directeur SRON) ontwikkelde een visie met concrete aanbevelingen. Het Directeurenoverleg (DO) omarmde dit op 13 oktober. Wise: “Van deze cultuurverandering wordt iedereen beter.”
Schaap met zes poten
Waarom is een dergelijke verandering nodig? “Om een aantal dringende redenen”, licht projectleider Laura Jussen toe. “Van wetenschappers wordt steeds meer gevraagd. Ze moeten publiceren, beurzen binnenhalen, maar ook onderwijs verzorgen en aan outreach naar het publiek doen. In portfolio-evaluaties wordt hun bijdrage aan de nationale rol beoordeeld. Tel daar de toenemende vraag naar inspanningen voor open science en maatschappelijke uitdagingen bij, en de ideale wetenschapper is geen schaap met vijf maar met zes poten.” Ze zegt dat beoordelingen bovendien vaak individualistisch zijn ingestoken, - ben je de eerste auteur van een publicatie -, terwijl onderzoekers prestaties met een team leveren. E&W gaat nadrukkelijk over kijken naar hoe een team presteert en wie welke rollen heeft. Jussen: “Laat de collega in jouw team met affiniteit voor onderwijs juist lesgeven, zodat de andere collega zich kan richten op outreach. E&W richt zich op het beter benutten van ieders talenten. Je voorkomt daarmee dat wetenschappers met minder focus op publicaties de wetenschap verlaten.”
DORA
Het begon in 2019 toen de KNAW, NWO en ZonMw de San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA) ondertekenden. DORA is een wereldwijd initiatief om bij de beoordeling van onderzoek en onderzoekers minder af te gaan op bibliometrische indicatoren (zoals publicaties en citaties) en meer op andere criteria. De verklaring bevatte een set van aanbevelingen voor de verbetering van onderzoeksbeoordeling. KNAW, NWO en ZonMw onderschreven de principes van de DORA-verklaring volledig en publiceerden – ook met Universiteiten van Nederland (voorheen VSNU) en NFU – een position paper met daarin hun gezamenlijke ambities om tot een modernisering van het Nederlandse systeem van erkennen en waarderen te komen. ’Het betreft een cultuurverandering die vraagt om nationale en internationale afstemming tussen alle betrokken partijen’ , staat in het paper. Vervolgens betogen de schrijvers dat ’het bovenal vraagt dat wetenschappers, inclusief academisch leidinggevenden, deze modernisering invullen en omarmen.’ De universiteiten startten elk met hun eigen E&W-commissies. Parallel hieraan kreeg Jussen de opdracht om voor NWO-I een eigen visie en beleid voor E&W te ontwikkelen. Ze stelde een brede commissie samen, met uit alle instituten en én alle wetenschappelijke lagen vertegenwoordiging en bestuurslagen, P&O, communicatie en beleidsontwikkeling.
Verre van standaard
Michael Wise is voorzitter van de commissie. Hoe kwam hij daartoe? Wise: “Ik had als directeur het project Diversiteit, gelijkheid en inclusie in portefeuille. Jos Baeten van CWI hield zich binnen het Directeurenoverleg (DO) bezig met erkennen en waarderen. Toen hij met pensioen ging, nam ik het over. Er is een duidelijke link tussen beide projecten; ze gaan over hoe we van NWO-I een positieve en ondersteunende omgeving voor iedereen kunnen maken. Ook inspanningen voor bewustwording rond wetenschappelijke integriteit passen daarin.” Hij vertelt dat het DO eerder een discussie had over ‘ruimte voor talent’. Wise’s enthousiasme voor E&W komt voor een deel voort uit zijn eigen loopbaanpad, dat verre van standaard was: “Ik ben weliswaar astronoom en hoogleraar, maar ik ben daarnaast altijd met andere projecten bezig geweest en ik heb instrumenten gebouwd.” Ook omdat de instituten een ander perspectief in de discussie brengen dan de universiteiten, moet NWO-I vol inzetten op ontwikkelen van de nieuwe balans, vindt hij. “De instituten herbergen naast onderzoekers immers ook een grotere, divers samengestelde groep andere academische specialisten, zoals (software) engineers en instrumentmakers. Dat zijn ook academici die het ontstaan van nieuwe wetenschap mogelijk maken.” Jussen vult aan dat instituten zich van universiteiten onderscheiden door hun nationale rol: “Ze onderhouden bijvoorbeeld infrastructuren die voor derden beschikbaar zijn en verzorgen daarvoor trainingen. Het maakt onze instituten heel belangrijk.”
Aanvullende manieren om academisch succes te meten
Bij de start van het project ontmoetten Jussen en Wise weerstand uit het veld. De vraag was of NWO-I van plan was alle regels te veranderen. ‘Is een goede publicatie niet belangrijk meer?’, luidde een reactie. En ‘Of de kwaliteit van de wetenschap met de nieuwe aanpak gecompromitteerd zou worden?’. Wise is er duidelijk over: “Mijn antwoord was een ferm ‘No, that is not going to happen’. Niemand zegt dat het schrijven van een goed artikel niet belangrijk is. We proberen andere manieren toe te voegen aan het meten van academisch succes. Het gaat niet om vervanging, maar om uitbreiding, om daarmee het systeem volwaardiger en accurater te maken, en aansluitend bij de banen en levens van mensen. ‘Is dit nodig?’, was een andere vraag. ‘Open je ogen’, was daarop mijn reactie. Jonge onderzoekers uiten hun bezorgdheid over de sfeer en het klimaat in de academische wereld. Het gaat om dingen beter maken, zonder te slopen.”
Versterken
Het afgelopen jaar organiseerde de commissie workshops en discussiesessies over de kerndomeinen nationale rol, leiderschap, onderzoek, impact en onderwijs. Aan deze sessies namen collega’s van alle instituten deel. Wise zegt dat ze constructief bijdroegen: “Het doel was aan de aanbevelingen specifieke acties te koppelen. Zoals ‘we moeten aan open science doen, maar hoe dan.” Jussen zegt dat de aanbevelingen smarter zijn gemaakt in het implementatieplan en dat prioriteiten gekozen zijn: We zijn gestart met het inventariseren van acties, vervolgens een uitwerking in ‘wat hebben we nodig’ en hebben bepaald wat op de korte en wat op de iets langere termijn kan. Dit plan is op haalbaarheid besproken met alle lagen, zoals P&O en communicatie. We deelden het met de datamanagement- en open access-groep, om te zien waar onze inzet aanvult, overlapt en elkaar kan versterken. De definitieve versie van de visie en het implementatieplan zijn op 13 oktober door het DO goedgekeurd.”
De acties en hoe nu verder?
De cultuurverandering moet vanaf het eerste kwartaal van 2023 handen en voeten krijgen, vinden Wise en Jussen. Jussen maakt daarbij de kanttekening dat de dossiers enorm breed zijn en dat veranderingen niet in één keer doorgevoerd kunnen worden. Jussen: “Team Science is zo’n voorbeeld. Dat impliceert dat je in de beoordeling elk lid van het team meeneemt. Daar kun je in samenwerking met P&O een formulier voor ontwikkelen, maar dan ben je er natuurlijk nog niet. Iedereen begrijpt de verschillende rollen, maar de vraag is ook hoe je binnen een team andere kansen krijgt. Dit moet in dialoog met wetenschappers en P&O duidelijk worden. Al werkend aan de onderwerpen ontdekken we overigens dat er bij instituten al van alles gebeurt dat naadloos bij de E&W plannen past. Er zijn leiderschapscursussen. NIOZ heeft een onderwijscoördinator die alle onderwijsprojecten overziet en een aanspreekpunt is voor diegenen die zich op onderwijs willen richten. Daarmee geef je impliciet aan dat je onderwijs belangrijk vindt.”
NWO en ZonMw
Jussen zegt dat het van groot belang is NWO en ZonMw zijn aangehaakt. “Beide organisaties houden zich bezig met de granting en minder met personeelsbeleid, maar ze kunnen de aanvraagprocessen aanpassen en in calls en toekenningsgesprekken andere eisen stellen. Geen verplichte paragraaf meer met een checklijstje van publicaties en citaties, maar ‘vijf dingen waarop je meest trots bent’. Commissieleden moeten een training krijgen om gesprekken anders te voeren”, zegt Jussen. NWO is met de universiteiten en instituten in gesprek over hoe een evidence based cv een plaats kan krijgen.
Bijsturen en aanpassen
“De grootste take-away van ons dossier is dat we het NWO-I-breed samen doen”, zegt Jussen. De commissie werkt door, zoekt de dialoog op en iedereen is bereid good practices te delen. Uit het veld komen geluiden ‘hier hebben we behoefte aan’ en de commissie verwerkt dit in de acties. Jussen: “Het doel is de collega’s te prikkelen en te leren van elkaars reacties en ervaringen, ook van de grootste critici. We gaan input ophalen uit alle functionele lagen. Onderweg sturen we de plannen bij en passen acties aan. We starten ook met kleine pilots.” Wise voegt toe dat de eerste acties, zoals nieuwe beoordelingsformulieren, de start betekenen van een onomkeerbaar proces. Met – at the end of the day - een positieve impact op carrières en levens van NWO-I collega’s.
De Raad van Bestuur van NWO tekende eind september de Europese 'Agreement on Reforming Research Assessment'. Ondertekenaars van dit Agreement committeren zich aan de verbreding van de beoordeling van onderzoek, onderzoekers en onderzoeksorganisaties. “Er zijn momenteel veel initiatieven – nationaal en internationaal – met hetzelfde doel: de verschillende vormen van output, manieren van werken en activiteiten meenemen in de beoordelingen”, zegt Jussen.
Wil je iets delen over erkennen en waarderen?
De commissie staat open voor elke input van collega’s, via CommitteeRecognitionRewards@nwo-i.nl
Wie is Michael Wise?
Wise (1964) is algemeen en wetenschappelijk directeur van SRON, het Nederlandse expertise-instituut voor ruimteonderzoek, en bijzonder hoogleraar High Energy Astrophysics aan de Universiteit van Amsterdam. Wise behaalde in 1992 zijn PhD aan de Universiteit van Virginia. Na zijn postdocaanstelling bij het Kitt Peak National Observatory maakte Wise deel uit van het MIT-team dat verantwoordelijk was voor de bouw en de inbedrijfstelling van het Chandra röntgenobservatorium, het vlaggenschip van NASA. In 2006 verhuisde hij naar Nederland om bij ASTRON, het Nederlands Instituut voor Radioastronomie, te gaan werken aan het ontwerp en de bouw van de internationale LOFAR-telescoop. Bij ASTRON werkte hij als projectwetenschapper voor LOFAR en later als hoofd van de Astronomie Groep. Wise werd in 2019 benoemd tot directeur van SRON.
Wie is Laura Jussen?
Jussen (1988) is moleculair bioloog. Na haar studie werkte ze als PhD-kandidaat in de epigenetica aan de Radboud Universiteit waarbij ze ook PhD-vertegenwoordiger was in meerdere commissies. In 2018 startte Jussen als beleidsmedewerker bij bureau NWO-I in de afdeling Strategische Ondersteuning. In die functie was ze liaison voor CWI en nu is zij projectleider op Erkennen & Waarderen en Kennisbenutting. Jussen is voorzitter van de ondernemingsraad van het bureau NWO-I. In haar vrije tijd is Jussen vooral creatief bezig: met borduren, kleding maken en schilderen. Ook doet zij aan kickboksen. Jussen woont samen met haar partner en drie katten in Waddinxveen.
Tekst: Anita van Stel
Nieuwsbrief Inside NWO-I, oktober 2022
Op de NWO-I website vind je het archief van de nieuwsbrief Inside NWO-I.