Een blik op het Industrial Liaison Officer (ILO) netwerk
ILO belangrijk voor contact big science met hightechindustrie
Big science staat voor ‘baanbrekend fundamenteel onderzoek dat wordt uitgevoerd in grote internationale samenwerkingsverbanden’. De NWO-instituten Nikhef, ASTRON, SRON en DIFFER doen aan big science: ze zijn in hun onderzoek verbonden met Europese big science organisaties als CERN, ESA, ESRF en ITER. Deze big science organisaties kunnen niet zonder de hightechindustrie; voor hun installaties en labs hebben ze veel hoogwaardige producten nodig. Om de relatie tussen wetenschap (instituten en big science organisaties) en industrie te ondersteunen hebben Nikhef, ASTRON, SRON en DIFFER ieder een eigen industrial liaison officer (ILO) aan boord. De ILO’s samen vormen binnen NWO-I het ILO-net. Gerard Cornet (SRON) en Jan Visser (Nikhef) vertellen over het ILO-net en onderstrepen graag het belang ervan.
Haarlemmer olie
De functie van ILO is niet nieuw. Ongeveer vijftien jaar geleden keurde het bestuur van NWO de benoeming van ILO's en de financiering van het ILO-net goed. Sindsdien is het netwerk gegroeid en is bigscience.nl gelanceerd, met dertien aangesloten big science organisaties. In december 2022 kende het ministerie van Economische Zaken (EZK) voor vier jaar financiering toe.
Daarnaast ondersteunt NWO-I via de betreffende instituten en het bureau het ILO-net ook. Het belangrijkste doel van het ILO-net is Nederlandse hightechbedrijven voor de instituten en de big science-organisaties te herkennen en de partijen met elkaar in contact te brengen. "Zodat de Nederlandse industrie uitdagende contracten kan binnenhalen", zegt Gerard Cornet. "Als ILO ben je Haarlemmer olie", voegt Jan Visser toe.
Belang voor BV Nederland
Gerard Cornet was beleidsmedewerker bij SRON en vijf jaar coördinator van het ILO-net. Hij ging in oktober 2023 met pensioen, met een speciaal symposium over het belang van industriële betrokkenheid bij grootschalige wetenschappelijke infrastructuur. Via deze Inside NWO-I wil hij met een klinkend pleidooi het ILO-net meer bekendheid geven. "Om de wetenschap vooruit te brengen en vanwege het belang voor de wetenschap", want stelt hij, "veel studies laten zien dat een investering in big science een veelvoud aan return-on-investment oplevert, in allerlei toepassingen met een breder maatschappelijk nut."
Internationaal meten
Nederland stond aan de basis van de oprichting van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA (European Space Agency) en de Europese zuidelijke sterrenwacht ESO, en ook van CERN (een Europese organisatie die fundamenteel onderzoek doet naar elementaire deeltjes, waarvoor Nikhef de rol van thuisbasis-instituut vervult, redactie).
Cornet: "Het worldwide web, ontstaan op CERN, is het bekendste voorbeeld van zo’n toepassing met maatschappelijk nut. Nederland heeft vele hightechbedrijven, ook in midden- en kleinbedrijf, die zich internationaal kunnen meten met de concurrentie. Om ons land mee te laten tellen als innovatieve koploper zijn inspanningen nodig. Specifieke ondersteuning, zoals subsidie voor bedrijven die de ontwikkeling van technologie voor big science vaak moeten voorfinancieren, zou helpen."
Andere rollen
Jan Visser promoveerde bij Nikhef en is nu fulltime ILO bij het instituut. Hij volgde Cornet half 2021 op als coördinator van het ILO-net. De connectie tussen industrie en wetenschap kent grofweg drie varianten, vertelt hij. "Onderdelen of systemen verkopen, co-development en kennisoverdracht. CERN doet alle ontwikkeling zelf en zegt vervolgens tegen de industrie 'schrijf in op een tender en maak het'. ESA besteedt alle ontwikkeling uit en daar is dus meer sprake van co-development met de industrie."
"Vervolgens is er de knowledge transfer variant: wetenschappelijke instellingen proberen hun kennis met een bedrijf te delen, zodat het zich daarmee kan vernieuwen. Elke ILO heeft zo een andere combinatie van rollen, afhankelijk van hoe een organisatie werkt. DIFFER ontwikkelt bijvoorbeeld veel voor de internationale kernfusiereactor ITER die in Frankrijk in aanbouw is. De gemene deler is dat alle ILO s altijd actief op zoek zijn naar bedrijven die aan ontwikkeling kunnen bijdragen."
Industriemiddagen
Ondanks de verschillende posities en accenten in hun functie werken de ILO's van de instituten goed samen, omdat de big science- organisaties veel overlappende technologie gebruiken. Het ILO-net organiseert gezamenlijke industriemiddagen, waar elke ILO de mogelijkheden, vaak komende aanbestedingen, binnen de big science organisaties presenteert. Soms zijn er themamiddagen, vertelt Visser: "Vorig jaar hebben we bij SRON een workshop over cryogenie (technologie voor extreem lage temperaturen, redactie) georganiseerd en een over kennisoverdracht. Op 3 mei organiseerde DIFFER – met medewerking van het ILO-net – de Dutch Fusion Day en op 12 juni hebben we bij Nikhef een meeting over Advanced Instrumentation."
Champions League
"De wereldmarkt is zodanig hard gegroeid en veranderd dat bedrijven zonder big science kunnen, maar andersom niet", zegt Visser. "Bedrijven hebben verschillende motivaties om mee te dingen naar opdrachten: sommige willen CERN als opdrachtgever kunnen noemen, omdat het Champions League is, dus echt toptechnologie en -wetenschap. Een kleine groep bedrijven ziet big science als een kans om te innoveren. Zij redeneren 'als we daaraan meedoen, worden we uitgedaagd en leren we dingen, waarmee wij als bedrijf ons portfolio kunnen verbeteren of ontwikkelen, of goede mensen binnen kunnen houden'."
Vroeg betrekken
Cornet en Visser zijn het over een ding hartgrondig eens: vroege betrokkenheid van bedrijven bij ontwikkelingen in big science is cruciaal. Visser: "Dus bij wijze van spreken zodra bij een big science organisatie een idee opkomt de industrie daarin meenemen. Daarmee voorkomt een big science organisatie - of wij bij Nikhef - dat de industrie zegt: We weten niet hoe je dit product bedacht hebt, we voorzien problemen en dit kunnen we niet maken."
"Bedrijven begrijpen overigens ook dat big science organisaties een engineering afdeling hebben en zelf heel goed in staat zijn technologie op fundamenteel niveau te ontwikkelen. In het algemeen geldt: het vroeg betrekken van de industrie bij ontwikkelingen is dé manier om bedrijven te interesseren. Ik probeer de technisch groepsleiders bij Nikhef er net zo van te overtuigen: vraag advies aan de industrie als je een nieuw project start waarin je in de productiefase een rol voor de industrie ziet. Hoe eerder dit contact, hoe beter."
Klik met big science
Eens per twee jaar organiseren negen grote Europese big science organisaties (met een aantal kleinere) het Big Science Business Forum (BSBF), waar ze hun toekomstige investeringen presenteren. Daar komen 1.200 deelnemers uit de industrie op af. In oktober 2024 is het BSBF in Trieste, Italië. Visser vertelt dat hij al van zeventien Nederlandse bedrijven toezeggingen heeft om mee te gaan. Hij mikt op twintig. Binnen twee dagen kunnen de bedrijven uitvinden of er een klik is met wat big science nodig heeft. BSBF leidt regelmatig tot succesvolle contracten. Het bedrijf ATG Europe maakte veel voor de ruimtevaart en kwam mede door BSBF2022 in contact met ITER.
Ook op Europees niveau
Cornet en Visser zijn blij met de erkenning van het ILO-net door NWO-I en de financiering van het ministerie van EZK. Op Europees niveau gaan ILO's ook met elkaar in gesprek. NWO-I (het ILO-net) maakte deel uit van het H2020 subsidieproject ENRIITC, het pan-Europese netwerk voor samenwerking van big science instellingen en de industrie, met hetzelfde doel: dit netwerk van industriële verbindings- en contactpersonen moest de samenwerking tussen big science en de industrie verbeteren en het innovatie-ecosysteem in Europa stimuleren.
Cornet vertelt dat de inzichten uit ENRIITC (in 2023 afgesloten) in een boek over big science terecht zijn gekomen. NWO-I werkte mee aan een vervolg op ENRIITC, dat INPROCAP heet. Recent is daar in het Europese kaderprogramma financiering voor toegekend: de Europese collega's, met de NWO-I ILO's, gaan zich buigen over hoe bedrijven en big science organisaties optimaal kunnen inspelen op de vragen vanuit de wetenschap, om daarmee innovatie te bevorderen.
Professionaliseren
Mede in het licht van hoe andere landen de functie van ILO invullen vinden beide heren dat de positie van ILO binnen NWO-I ook moet professionaliseren. Cornet: "Als cruciale verbindende functie verdient de positie van ILO een permanente verankering en waardering".
Visser stelt dat een actieve ILO bijdraagt aan het tot stand komen en behouden van relaties tussen industrie en big science organisaties. "Ik ben steeds op zoek naar unieke competenties. Kan een bedrijf poreus metaal printen? Ik denk dan dat kan nuttig zijn voor CERN."
"Vorig jaar oktober gingen mensen van CERN op bezoek bij Nederlandse bedrijven. Met hun volle agenda's moeten ze er op voorhand zeker van zijn dat zo’n bedrijf een competentie heeft waar CERN iets mee kan. Andersom hebben bedrijven vaak geen idee dat ze met hun technologie een bijdrage kunnen leveren aan een project bij big science organisaties. Ik overtuig ze er graag van dat ze met hun competenties mee moeten doen aan een aanbesteding van CERN."
Meer weten over big science
Kijk kan op de big science website. Daar kun je ook zien welke wetenschappelijke organisaties zijn aangesloten bij big science.nl (ILO-net).
Tekst: Anita van Stel
Nieuwsbrief Inside NWO-I, mei 2024
Op de NWO-I website vind je het archief van de nieuwsbrief Inside NWO-I.