Fellowships van NWO-I bieden kansen voor vrouwen
WISE-fellowship en Constance van Eeden fellowship uitgelicht
Bij NWO-I werken meer mannen dan vrouwen. Vooral bij het wetenschappelijk personeel en in de technische functies zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. NWO-I doet er alles aan om het aandeel van vrouwen te laten stijgen. Met financiering via het NWO-I brede WISE-fellowship komen meer vrouwen binnen. CWI stelde recent het Constance van Eeden Fellowship in en nam een talentvolle vrouw aan op een promotieplaats.
WISE
In 2016 startte het WISE-fellowship, met als doel de genderbalans bij instituten te verbeteren door vrouwen als tenure trackers aan te stellen. De WISE-fellowships zijn een belangrijk instrument voor NWO-I om het wervingsbeleid positief te beïnvloeden. WISE beleeft nu een derde ronde, waarin ook de aanstelling van vrouwen in technische functies is opgenomen. Wiebke Albrecht (AMOLF) en Julia Engelmann (NIOZ) zijn beiden WISE-fellows. Onderaan de pagina lees je hoe zij het fellowship ervaren.
Carrière-kickstart
Peter Spijker, hoofd Bestuursondersteuning en Strategie bij het bureau NWO-I, heeft de jaarverslagen van NWO-I erop nageslagen: “Het percentage vrouwen van 2019 naar begin 2022 is langzaam van 27, naar 28, naar 29 en tenslotte naar 30% gestegen. Als je inzoomt op wetenschappelijk personeel is de stijging zes procentpunt: van 13% begin 2019 naar 18% eind 2021. In zes jaar zijn zestien WISE fellows aangesteld. Er zitten nog voldoende aanvragen in de pipeline. Het is een succesvol programma.” Instituten die een aanvraag willen doen, nemen contact op met het bureau NWO-I. Het bestuur beslist over de toekenning, van 250.000 euro voor de salarislasten van een tenure tracker. Spijker vertelt dat alle instituten gebruikmaken van WISE: “Bij een aanstelling van een tenure tracker gaan de instituten niet over een nacht ijs. WISE maakt het mogelijk om een topvrouw binnen te halen en haar een carrière-kickstart te geven.” Waarom is WISE uitgebreid voor de technische functies? Spijker licht toe dat bij instituten als SRON, Nikhef en ASTRON de ondersteunende technische staf een beduidend groter deel van het totale personeel omvat. Spijker: “De meeste technici zijn nog steeds man, en het verloop is klein. De instroom van vrouwen is daarom ook laag. Juist WISE kan hier dat zetje geven om een vrouwelijke technische collega binnen te halen.”
Op alle fronten
Op alle fronten werkt de NWO-I organisatie aan een verbetering van de genderbalans. Bij het bureau startte Judith Kreukels als projectleider Diversiteit en Inclusie. Zij gaat de instituten ondersteunen en op dit thema verder helpen ontwikkelen. Spijker benadrukt dat de instituten zelf ook al veel eigen wegen vinden naar meer diversiteit en inclusie in hun organisatie. Hij noemt het voorbeeld van benoemingsadviescommissies die voor de helft uit vrouwen bestaan, om zo genderbias te voorkomen. Het Centrum voor Wiskunde & Informatica (CWI) stelde recent het Constance van Eeden fellowship in, een tweejaarlijkse financiering van een promotieplaats voor een vrouw in de informatica of wiskunde.
Meer diversiteit en inclusie, met fellowship
Bij het CWI daalde het aantal vrouwelijke PhD’s rond 2017 naar 17%. Het instituut had geen idee hoe dat kwam. Angelique Schilder, toen hoofd P&O bij het CWI, formuleerde met een aantal collega’s een plan voor meer diversiteit en inclusie. Haar idee om een tweejaarlijks fellowship in te stellen werd van harte overgenomen. Het fellowship was bedoeld voor een getalenteerde vrouwelijke student in de wiskunde, informatica of aanverwante vakgebieden die zou willen promoveren bij het CWI, en een carrière in de wetenschap nastreefde. Schilder: “Met het fellowship wilden we onderstrepen hoe belangrijk wij het vinden dat er meer vrouwen bij CWI komen werken. Ook is een doel bewustzijn te creëren over het feit dat het aantal vrouwelijke onderzoekers in de wiskunde en informatie achterblijft.”
Constance van Eeden
Het fellowship bij CWI werd vernoemd naar Constance van Eeden (1927 – 2021). Wie was zij? Schilder: “Constance van Eeden werkte van 1954 tot 1960 bij het toenmalig Mathematisch Centrum (later CWI) en was in Nederland een van de eerste vrouwen die in de statistiek promoveerde. Ze deed dat ook nog cum laude. Constance was een regelrechte pionier. Het duurde vervolgens bijna dertig jaar voordat er weer een vrouw in de wiskunde promoveerde. Kari van Eeden, haar dochter, vond de instelling van het fellowship een mooi gebaar van het CWI en zei dat haar moeder het eervol gevonden zou hebben. Kari was betrokken bij de lancering. We hebben er flink lawaai over gemaakt, onder meer via filmpjes op sociale media, en kregen goede reacties.”
In 2022 ging het fellowship open. Het CWI formuleerde in de wervingstekst dat kandidaten veel vrijheid kregen om een eigen onderzoeksthema te kiezen, met een verblijf van zes maanden in een prestigieus buitenlands instituut, en extra begeleiding door een vrouwelijk rolmodel. Schilder vertelt dat veel vrouwen op de plek solliciteerden. Die houdt het CWI in het vizier, voor mogelijke nieuwe posities. Het instituut koos in deze ronde voor Hilde Verbeek, onder meer omdat ze ook ideeën had voor het invullen van het ambassadeurschap. In het kader hieronder lees je meer in het interview met Hilde.
Hilde Verbeek – Het CWI kan andere instituten inspirerenFellowship: Constance van Eeden Hilde Verbeek (23) is terug in haar geboortestad Amsterdam, bij CWI. Tijdens haar master informatica bij de Universiteit Utrecht ontdekte ze dat ze niet de softwareontwikkeling in wilde. Fundamenteel onderzoek trok haar meer. Op zoek naar promotieplaatsen stuitte ze op het Constance van Eeden fellowship (CvE) bij CWI. Ze lacht bij de herinnering: “Ik liet de advertentie aan mijn vriend zien als voorbeeld van een goed initiatief. Niet eens om er zelf op te solliciteren.” Wat ze vervolgens wel deed. Van het CvE fellowship sprak haar in het bijzonder aan dat ze zelf een onderzoeksgroep kon kiezen. Verbeek: “In vergelijking met andere promotieplaatsen is dat uniek en geeft het veel vrijheid.” Win-winsituatieBij CWI sloot Verbeek eind vorig jaar aan bij de subgroep Algorithms and Data Structures for Sequence Analysis van Networks and Optimization. Ze vertelt dat ze vooraf twijfel had over hoe collega’s naar haar zouden kijken: “Zouden collega’s me beoordelen als ‘die vrouw die hier op een diversiteitspositie is binnengekomen’? Die angst bleek ongegrond: ik ben bij CWI geaccepteerd om mijn skills en kennis. De meeste onderzoekers zien het fellowship als een win-winsituatie: CWI maakte geld vrij voor een extra promotieplaats en er kwam een vrouw bij.” Verbeek vertelt dat van haar groep van 25 er – inclusief Verbeek - vier vrouw zijn. Een van hen is een senior onderzoeker, de andere drie zijn PhD’s. Daarvan zijn er twee bijna klaar met hun promotie, waardoor Verbeek dan de enige vrouwelijke PhD is. Overal in de wiskunde en informatica, niet alleen bij het CWI, zijn meisjes en vrouwen dun gezaaid. Bij de studierichting informatica stromen weliswaar meer meisjes in, maar op elk schakelmoment in de wetenschappelijke loopbaan vallen vrouwen af. Verbeek: “Dat is een probleem dat op alle plaatsen aangepakt moet worden. In de informatica vind je weinig vrouwelijke rolmodellen. Door het gebrek daaraan, en door de grote meerderheid van mannen binnen bètastudies, kan het zijn dat vrouwen zich buitenstaanders voelen en dat zorgt voor weinig motivatie om verder te stijgen op de academische ladder. Daar komt ook bij dat vrouwen meestal benadeeld worden bij sollicitaties vanwege implicit bias, puur omdat ze vrouw zijn. Met meer bètavrouwen zullen nieuwe vrouwen zich veiliger en meer welkom voelen. De rol van het CWI kan bestaan uit het samenwerken met universiteiten en andere instellingen om mogelijke rolmodellen een podium te geven. Bijvoorbeeld via een evenement als Girls Day, dat erop gericht is meer vrouwelijke studenten te werven. Ook kan het CWI andere instituten inspireren en aansporen tot initiatieven als het CvE fellowship. Als ambassadeur wil ik daar graag aan bijdragen.” Over het onderzoek van Hilde VerbeekVerbeek deed haar masteronderzoek naar een variant op een probleem dat ‘Steiner Tree’ heet: in een graaf (netwerk) wordt een verbinding gezocht tussen een aantal belangrijke plekken (terminals), zonder al te veel van de graaf te gebruiken. De subgroep bij CWI waarin Verbeek nu werkt richt zich op het ontwerpen van algoritmes en datastructuren die van pas komen bij het analyseren van reeksen. Deze reeksen kunnen bijvoorbeeld tekst, (persoons)gegevens of dna zijn. Vanuit de bio-informatica is er veel belangstelling voor het efficiënt matchen en analyseren van dna-reeksen. Verbeek: “Ik ben vooral fundamenteel georiënteerd, maar onderzoekers werken in allerlei internationale projecten aan toepassingen. Daar zou ik op termijn ook wel bij willen aansluiten.” |
Julia Engelmann – Door WISE naar AntarcticaFellowship: WISE Julia Engelmann (44 jaar) promoveerde in de bio-informatica en ging in de zomer van 2017 bij het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) werken, op een tenure track contract van vijf jaar. Begin 2019 vroeg ze WISE-financiering aan. Mede door de toekenning hiervan kreeg Engelmann een vaste aanstelling als senior wetenschapper, kon ze aansluiten bij het Nederlands Polair Programma van NWO en haar postdoc naar Antarctica laten reizen. Engelmann is voorstander van een instrument als WISE, omdat er nog steeds veel verschil is tussen mannen en vrouwen bij het binnenhalen van financiering via onderzoeksvoorstellen: “Mannen zijn daarin succesvoller. Mannen schrijven gewaagder dan vrouwen, die in voorstellen alleen dingen opnemen als ze er heel zeker van zijn. Mannelijke beoordelaars zijn eerder geneigd mannelijke sollicitanten te geloven. Ik ben voorstander van het niet opnemen van namen en cv’s in aanvragen. Een idee voor onderzoek kan de ene keer heel goed zijn en een volgende keer verschrikkelijk slecht. Waarom zijn cv’s dan zo belangrijk? Concurrentie zou op inhoud moeten plaatsvinden. Voor vrouwenbeurzen zoals WISE gebeurt dat. Je moet je daar vanzelfsprekend ook met een goed verhaal presenteren.” Over het onderzoek van Julia EngelmannEngelmann onderzoekt met haar groep interacties tussen micro-organismen en verklaart deze met computerprogramma’s: “Micro-organismen zijn zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien. Denk aan bacteriën, virussen, eencellige algen. We nemen monsters uit zeewater en halen de cellen van de micro-organismen eruit. Op basis van het dna kunnen we reconstrueren welke soorten in het water zaten. Mijn postdoc verzamelde veel monsters bij Antarctica. We vergelijken deze met monsters uit de Waddenzee.” Waarom koos ze voor die locaties? Engelmann: “Ik wilde twee gebieden onderzoeken die extreem van elkaar verschillen. De Waddenzee is zwaar beïnvloed door de mens en de wateren bij Antarctica juist heel weinig. We zijn nu bezig met de dna-analyse en daarop volgen computermodellen om ideeën te krijgen welke soorten onderling samenwerken. Dat is belangrijk om te begrijpen hoe microbiële gemeenschappen voedsel voor het voedselweb aanmaken en afvalstoffen hergebruiken. In onze modellering nemen we ook de potentiële impact van klimaatverandering mee.” |
Wiebke Albrecht – Als rolmodel jonge onderzoekers inspirerenFellowship: WISE Wiebke Albrecht (36) is sinds 2021 groepsleider Hybrid Nanosystems bij AMOLF. Albrecht kwam als een van twee nieuwe groepleiders - met Marc Serra Garcia - ongeveer gelijktijdig binnen bij AMOLF. Het instituut ontving WISE-financiering voor de tenure track positie van Albrecht. Albrecht zegt dat WISE daarmee de aanstelling van twee groepsleiders mogelijk maakte, waarmee het totale aantal vrouwen op drie (van twintig) groepsleiders kwam: “Ik ben aangenomen vanwege mijn skills en ik hoop dat dit altijd voor iedereen opgaat. Als je echter naar de geringe aantallen vrouwen op wetenschappelijke topposities kijkt blijken dergelijke aanmoedigingsinstrumenten, zoals WISE, nog steeds nodig om het aandeel van vrouwelijke topwetenschappers te vergroten. Rolmodellen zoals ik kunnen andere jonge onderzoekers – vrouwen én mannen – inspireren, bijvoorbeeld om een loopbaan in de wetenschap te combineren met het starten van een gezin. Albrecht is pas net terug van zwangerschapsverlof, na de geboorte van haar eerste zoon. Bij AMOLF kreeg ze veel support. Albrecht: “Dat was erg prettig. Ik vond het niet gemakkelijk om met zwangerschapsverlof te gaan, omdat je je werk en de groep voor een aantal maanden achterlaat. De biologie maakt dat vrouwen nou eenmaal meer tijd nodig om van een bevalling bij te komen dan mannen. De zorgtaken erna zijn prima 50/50 te verdelen. Dat vertel ik aan iedereen die het wil horen.” Over het onderzoek van Wiebke AlbrechtMet haar groep onderzoekt Albrecht interactie tussen verschillende componenten in complexe hybride nanosystemen. “Hoe kunnen we de morfologie en eigenschappen van zo’n nanosysteem op een enkel deeltje beïnvloeden”, licht Albrecht toe. “Elektronen in metalen zijn mobiel en daarom zo geschikt voor het geleiden van elektriciteit van A naar B. Op de nanoschaal werkt het anders. Afhankelijk van de grootte en ook de vorm van het nanodeeltje, meer vierkant, rond of juist heel lang, verschillen de optische eigenschappen.” Met de gestaag groeiende groep wil ze onder meer een unieke elektronenmicroscoop aanschaffen waarin lichtexcitatie aan hoge resolutie elektronenmicroscopie gekoppeld kan worden, wat cruciaal is voor allerlei onderzoek van AMOLF. |
Tekst: Anita van Stel
Nieuwsbrief Inside NWO-I, maart 2023
Op de NWO-I website vind je het archief van de nieuwsbrief Inside NWO-I.