Highlight NWO-instituten: Ingenieur benoemt Techniektalenten bij AMOLF, ARCNL en CWI
Tijdschrift De Ingenieur benoemt elk jaar een aantal ingenieurs jonger dan 35 jaar tot Techniektalent. In 2020 waren dat er vijftien en drie ervan zijn onderzoeker bij een NWO-instituut: Bas Overvelde (groepsleider soft robotics bij AMOLF), Peter Kraus (groepsleider bij ARCNL) en Stacey Jeffery (senior onderzoeker bij CWI). ‘De jonge leeftijd van de ingenieurs en hun technische excellentie zijn niet de enige kenmerken die ze met elkaar delen. Duurzaamheid en zorg voor de medemens staan opvallend vaak centraal in hun werk. Niet alleen durven de ingenieurstalenten te dromen van een betere toekomst, maar ze werken er ook hard aan om die te realiseren’, aldus De Ingenieur.
Bas Overvelde
Leeftijd: 34
Opleiding: werktuigbouwkunde, TU Delft, toegepaste wiskunde, Harvard University (VS)
Functie: groepsleider Soft Robotic Matter, NWO-instituut AMOLF
Bas Overvelde werkt aan exotische metamaterialen en zachte robotica. Zijn grootste talent: een ongebreidelde creativiteit. Hij deed zijn promotieonderzoek aan Harvard University in de Verenigde Staten. ‘Daar hangt zo’n gave, open sfeer. Samenwerken wordt echt aangemoedigd. Alles is mogelijk, als je je er maar voor inzet. Die houding heb ik daar gekregen. De Verenigde Staten hebben me echt gevormd en gemotiveerd.’
Op gevoel
Overvelde werkt nu bijna vijf jaar bij AMOLF en doet er onderzoek naar soft robotics en metamaterialen. Op zijn 34ste geeft hij leiding aan elf mensen. ‘Dat vind ik erg leuk om te doen. Ik doe het grotendeels op gevoel, want tijdens je studie krijg je in Nederland weinig managementvaardigheden mee. Ik laat mijn mensen heel vrij, geef hun alle ruimte om hun ideeën te ontwikkelen. Ik kan erg genieten als ik zie hoe zij enthousiast worden van de resultaten die ze boeken.’
Veeleisend is hij wel. ‘Als een van mijn mensen een paar keer toezegt iets te doen, maar dat gebeurt vervolgens niet, dan raak ik wel geïrriteerd. Bespreek dat dan gewoon op het moment dat ik het vraag.’ Zijn grootste talent is zijn creativiteit, vindt Overvelde zelf. ‘Als we brainstormen met een paar mensen, dan begint het bij mij gewoon te stromen met ideeën. Daar hoef ik weinig moeite voor te doen. Af en toe moet ik dat bewust uitzetten, want dan is het tijd om een idee uit te zoeken en concreet te worden. Kijken of zo’n wild idee ook echt kan gaan werken.’ Werk is voor hem trouwens een verlengstuk van hobbyen. ‘Wat ik doe, vind ik zo leuk dat ik vaak ’s avonds of in het weekend nog verder werk. Even nog wat uitzoeken.’
Overvelde kreeg veel media-aandacht met zijn op origami gebaseerde metamaterialen, die in en uit kunnen vouwen in zowel verschillende stappen als op verschillende schalen. Met dit soort materialen hoopt hij een kunstmatig hart te kunnen bouwen dat mensen met een ernstige hartziekte kan helpen. Dit bedacht hij samen met een hartchirurg van het Amsterdam UMC en ze kregen onlangs grote subsidies om het te ontwikkelen. ‘Tot nu toe was mijn onderzoek vooral gedreven door nieuwsgierigheid. Maar ik ben opgeleid als werktuigbouwer en ik ben er klaar voor om er nu ook echt iets nuttigs mee te gaan doen.’
Peter Kraus
Leeftijd: 32
Opleiding: natuurkunde en scheikunde, ETH Zürich (Zwitserland)
Functie: groepsleider, NWO-instituut ARCNL
Voor het verder verbeteren van zijn chipmachines doet chipmachinebouwer ASML een beroep op fundamentele wetenschap. Peter Kraus bouwt daarom in de grootste labruimte van onderzoeksinstituut ARCNL een krachtige laseropstelling, om de allerkleinste details mee te kunnen meten. Dat vraagt om fundamentele, moeilijke natuurkunde, maar als het lukt is de toepassing al duidelijk: ASML in Veldhoven wil nog fijnere structuren bovenop elkaar kunnen leggen. ‘Je wilt controleren of de lagen in een computerchip met voldoende nauwkeurigheid over elkaar zijn geprint’, vertelt Kraus. ‘Wij ontwikkelen de techniek om dat met licht heel exact te kunnen meten.’
Faciliteiten van wereldklasse
Kraus studeerde en promoveerde aan de prestigieuze technische universiteit ETH in Zürich en bracht daarna een paar jaar door aan de minstens even beroemde University of California in Berkeley. Waarom in 2018 gekozen voor ARCNL? ‘Het niveau en de faciliteiten zijn hier echt van wereldklasse. En ARCNL was bereid om te investeren in een groot optisch meetsysteem dat begin volgend jaar gereed moet komen.’ Als hij zo doorgaat, is Kraus hard op weg naar een tenured positie*, de route naar een vast dienstverband als groepsleider bij ARCNL en in de toekomst mogelijk naar een hoogleraarschap bij de (partner)universiteit. Hij geeft momenteel al leiding aan drie promovendi, een postdoc, een technicus en een wisselend aantal masterstudenten. Bij ARCNL coördineert hij de bouw van een van ’s werelds meest krachtige lasersystemen. ‘Ik heb wel eerder experimentele opstellingen gebouwd, maar dit is wel de grootste.’
Leidinggeven aan wetenschappers is het vinden van een delicate balans, vindt Kraus. ‘Je wilt mensen zoveel mogelijk vrijheid geven en tegelijk wil je met je groep resultaten boeken. Ik stimuleer mijn mensen om out-of-the-box te denken, zodat ze met ideeën en resultaten komen waar ik zelf nooit op was gekomen.’ Het mooiste vindt Kraus het als een van zijn mensen iets nieuws ontdekt. ‘Daar kan ik echt van genieten. Vooral als het weer nét anders in elkaar zit dan we dachten.’
Feeling houden
Heeft Kraus met al dat leidinggeven nog tijd om zelf in zijn lab aan de slag te gaan? ‘Wel, normaal gesproken – pre-corona – probeerde ik dagelijks even het lab in te gaan, nu moet ik dat echt vooruitplannen**. Ik vind het belangrijk. Je kunt niet alleen met vergaderingen up-to-date blijven, maar je moet ook experimenteel werk doen om feeling te houden met wat je aan het doen bent.’
* Een tenure-track groepsleider wordt aangesteld voor een bepaalde periode en werkt toe naar een vaste aanstelling (tenured positie).
**ARCNL is beperkt open in corona-tijd om de mogelijkheid te bieden voor onderzoekers om kritieke experimenten uit te voeren. Dat betekent dat er alleen onderzoekers op ARCNL zijn die in het lab moeten zijn en het werk dat thuis gedaan kan worden, ook thuis gedaan wordt.
Stacey Jeffery
Leeftijd: 34
Opleiding: computer science, University of Waterloo (Canada)
Functie: senior onderzoeker, NWO-instituut CWI
Hoe gaan quantumcomputers straks rekenen, welke algoritmen draaien ze? Daaraan werkt Stacey Jeffery, met veel engelengeduld én doorzettingsvermogen. Zij werkt bij het CWI en bij QuSoft aan quantumalgoritmen, de rekenregels die later op quantumcomputers moeten gaan werken.
In een flow
Blij wordt de Canadese van het in opperste concentratie werken aan een probleem. Zij plant tijdsblokken in om in de flow te blijven. Hoewel Jeffery dat schrijven en schaven aan de algoritmen veelal in haar eentje op haar werkkamer doet, is haar baan absoluut geen solistenwerk. ‘Het denkwerk doe je in je eentje, maar daarna kom je samen met collega’s en combineer je ideeën waarmee je weer verder kunt.’
Toepassingen
Vaak genoemde toepassingen van quantumcomputers zijn het ontwikkelen van nieuwe materialen en het oplossen van ingewikkelde logistieke problemen, zoals het handelsreizigerprobleem*** of de planning van luchtvaartmaatschappijen. Daar bijten gewone computers hun tanden op stuk. Maar een bruikbare quantumcomputer is er nog niet. Stelt dat haar geduld niet op de proef? Echte toepassingen van haar werk lijken nog jaren weg. ‘Eerlijk gezegd zit ik daar niet mee. Ik ben dit werk niet gaan doen vanwege de praktische toepassingen.’
*** Een van de bekendste problemen in de informatica en het operationele onderzoek: gegeven n steden samen met de afstand tussen ieder paar van deze steden, vind dan de kortste weg die precies één keer langs iedere stad komt en eindigt bij de eerste stad.
Klimaatverandering
Wat motiveert haar dan om dit werk te doen? ‘Hmm, het sociaal wenselijke antwoord is: om de wereld te redden. De media overdrijven graag als ze het hebben over toepassingen van quantumcomputers. Ze schrijven vaak dat de quantumcomputer alles gaat oplossen, tot klimaatverandering aan toe. Maar als ik eerlijk ben, vind ik het gewoon heel tof om lastige wiskundige problemen op te lossen. Hoe stel je een bruikbaar algoritme op in de rare quantumwereld van verstrengeling en onzekerheid? Ik ben echt gefascineerd door quantummechanica. Gewone mechanica vind ik maar saai.’ Jeffery’s vakgebied is dat allerminst. ‘Het is een jong veld, waarin veel gebeurt. Er is nog veel werk te verzetten en er zijn mooie dingen te ontdekken.’
Bron: de Ingenieur
Kijk voor een overzicht van alle Techniektalenten 2020 op de website van De Ingenieur.