Wim van Saarloos en Stan Gielen vol vertrouwen
Stan Gielen en Wim van Saarloos, de voormannen van NWO en KNAW, waren intensief betrokken bij de portfolio-evaluatie.
Hoe kijken zij terug op het proces en hoe zien zij de toekomst?
Een sportvraag als begin: wat ging er door u heen toen u de portfolio-analyse las?
Stan Gielen trapt af: "Blij met de conclusie dat de instituten een belangrijke toegevoegde waarde hebben voor het Nederlandse kennislandschap en blij met de heldere criteria: instituten moeten wetenschappelijk excellent zijn en een nationale rol hebben". Wim van Saarloos grijpt terug op een eerder moment: "Na de mondelinge terugkoppeling van de commissie in november 2018, dacht ik: ok, daar kunnen we heel wat mee. Ik heb die nacht goed geslapen.
Met welke aanbeveling zou u graag al morgen aan de slag gaan?
Beide heren geven aan al druk aan de slag te zijn. Bijvoorbeeld met de vraag hoe de gezamenlijke instituten beter gepositioneerd kunnen worden. Wim van Saarloos: "Ik heb bij de start al gezegd: ik zie deze evaluatie niet als een eindpunt, maar als het begin van een bewuster institutenbeleid". Stan Gielen wil graag aan de slag met het invullen van de 'witte vlekken' (onderzoeksthema's die onvoldoende aandacht krijgen): "Eigenlijk ben ik wel blij dat de commissie die witte vlekken niet benoemd heeft, want in feite is dat een taak voor de hele Nederlandse kennisgemeenschap."
Wat gaan de medewerkers van KNAW en NWO ervan merken?
"De meesten zullen er op de korte termijn weinig van merken", zegt Stan Gielen. "Als we al veranderingen aanbrengen, doen we dat heel voorzichtig." Wim van Saarloos denkt dat de medewerkers wel al snel zullen merken dat er meer samengewerkt wordt. "In april hadden we de eerste bijeenkomst ooit van alle directeuren van de NWO- en KNAW-instituten. Dat is heel goed bevallen. Die lijn zetten we door. Medewerkers zullen vaker horen: "Dat hebben ze bij dat instituut zo opgelost en dat lijkt ook voor ons een goed idee". We zullen veel vaker best practices uitwisselen en inhoudelijk samenwerking zoeken. Door de evaluatie is nu al nieuwe samenwerking van een van onze instituten met een van NWO ontstaan."
NWO en KNAW hebben bij de portfolio-analyse nauw samengewerkt. Hoe beviel dat?
Stan Gielen is zeer tevreden: "Er was een groot vertrouwen in elkaar, we hadden open discussies en goede afstemming. Een uitstekende basis om op door te gaan, conform de adviezen van de commissie. En daar zie ik met genoegen naar uit".
Wim van Saarloos vult aan: "In oktober waren we bij de evaluatiecommissie, en toen viel de commissie al op hoe goed de chemie tussen NWO en KNAW was. Met deze twee organisaties heb je ook automatisch de noodzakelijke 'checks and balances'. Ieder heeft zijn eigen plek in het veld. Je kunt elkaar dus als kritische vrienden bevragen."
Hoe ziet het Nederlandse kennislandschap in 2030 eruit?
Wim van Saarloos vindt dat wel een heel brede vraag: "Laat ik het toespitsen op de instituten. Die zullen breed gezien worden als een essentieel onderdeel van het Nederlandse kennislandschap." Ook Stan Gielen ziet hoogstens contouren voor 2030: "Natuurlijk zie je ontwikkelingen, zoals klimaat en Artificiële Intelligentie. Op die vlakken zal zeker meer gaan gebeuren. Alles in zorgvuldige afweging, natuurlijk. Want als we hier iets nieuws gaan doen, moeten we elders wat afbouwen. Maar het doel van KNAW en NWO blijft ook in 2030 onveranderlijk: de wetenschap - en daarmee de samenleving - zo goed mogelijk dienen."
Nieuwsbrief Inside NWO-I, februari 2019