Print deze pagina

Bronnen

Bron 1 - Inzet vakantie-uren

Aan de inzet van vakantie-uren zijn drie beperkingen gekoppeld.

  1. Het resterende saldo over een jaar moet, na inzet, minimaal gelijk zijn aan het aantal uren dat de werknemer gemiddeld werkt in vier weken. Bij een volledige arbeidsduur is dit tenminste 160 uur per jaar. Uit voorgaande jaren resterend verlof kan ook worden ingezet. 
  2. Het maximaal aantal in te brengen vakantie-uren bedraagt 120 uur per jaar (deeltijders: naar rato omvang dienstverband). 
  3. De minimaal aantal in te brengen vakantie-uren bedraagt 16 uur per jaar (deeltijders: naar rato omvang dienstverband).

Voorbeeld

Iemand heeft een deeltijddienstverband van 50 procent. Het in te brengen aantal uren moet tenminste 8 zijn en mag niet groter zijn dan 60 (het minimum, respectievelijk maximum, voor deze deeltijder, 16 x 50 procent = 8 uren en 120 x 50 procent = 60 uren).

De AVOM-keuze kan één keer per jaar worden gemaakt. Alleen als de uren worden gebruikt voor het doel fiets of voor vermindering van de eigen bijdrage studiekosten, kan de afspraak ook worden gemaakt voor twee of drie jaar.
De bron vakantie-uren kan niet worden ingezet voor het doel reiskosten woon-werkverkeer en voor het doel vakbondscontributie. De werknemer die aantoonbaar gebruikmaakt van reguliere kinderopvang kan zestien extra vakantie-uren laten uitbetalen,

Waarde en kosten van een vakantie-uur

Bij de bepaling van de waarde van een vakantie-uur wordt uitgegaan van het salaris plus bepaalde vaste toelagen (bezoldiging) zoals die voor de werknemer zouden gelden bij een volledige arbeidsduur in de maand dat de AVOM-keuze ingaat. Hier wordt de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering bijgeteld. De uurwaarde wordt verkregen door dit resultaat te delen door 165 (dit is het fulltime aantal uren per maand, 38 x 13 : 3 = 165).
N.B.: De verkregen uurwaarde wordt niet tussentijds aangepast.

Voorbeeld

Een deelnemer aan het Ouderschapsverlof werkt drie dagen per week (60 procent) en heeft een salaris van € 1.400,00 en een functioneringstoelage van 6 procent (€ 84,00) gedurende meerdere jaren. Dit is herrekend naar fulltime: € 1.484/60* 100 = € 2.473,33. Inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering is dat € 2.473,33 x 1,1633 = € 2.877,22 in totaal. Een vakantie-uur is € 2.877,22 : 165 = € 17,44 waard.

Deze werknemer mag maximaal 120 x 60 procent = 72 vakantie-uren per jaar inzetten. De werknemer kan een fiets van € 750,00 geheel uit vakantie-uren bekostigen, die heeft in totaal 43 vakantie-uren nodig (€ 750,00 : € 17,44 = 43 uur).

De kosten van doelen moeten altijd in evenwicht zijn met de opbrengst van bronnen. Vakantie-uren kunnen alleen per geheel uur worden ingezet. De opbrengst van een geheel aantal vakantie-uren zal niet steeds gelijk zijn aan de kosten van de gekozen doelen. Als de ingezette uren niet voldoende opleveren, zal het verschil op de aangegeven wijze door salarisverlaging worden verrekend. De salarisadministratie zal verschillen onder € 50,00 automatisch verrekenen in de vorm van een extra salarisverlaging in de eerste maand nadat de aanvraag is verwerkt. Als de uren iets meer opleveren dan nodig is om de doelen te betalen, wordt dit verschil (na aftrek van de vereiste inhoudingen) netto uitbetaald bij het eerstvolgende salaris.

Voorbeeld

De werknemer uit het vorige voorbeeld valt in het belastingtarief 42 procent en krijgt daardoor per uur van de € 10,46 (bruto) € 6,07 (netto) uitbetaald.

Bron 2 - Verlaging brutosalaris

Inbreng van brutosalaris

Door de inzet van brutosalaris ('salarisverlaging') wordt er minder belasting en premies sociale verzekeringen ingehouden. Dit levert een voordeel op als de verlaging van het salaris wordt gebruikt om een hogere reiskostenvergoeding, een fiets, een studie etc. mee te bekostigen. De salarisverlaging wordt verwerkt in de maand waarin de AVOM-keuze ingaat. In het geval dat de werknemer salaris inzet voor de doelen fiets of studie kan dat pas nadat de kosten van de doelen bekend zijn.

Voorbeeld

De werknemer maakt een AVOM-afspraak over de aanschaf van een fiets van € 750,00. Werknemer krijgt daardoor € 750,00 van zijn brutosalaris netto uitbetaald. Hoe werkt dit?
Het brutosalaris wordt (gedurende een bepaalde periode) verlaagd met in totaal € 750,00. Daardoor wordt minder ingehouden aan belasting en sociale premies, bijvoorbeeld € 199,421). Het nettosalaris wordt dan dus met € 750,00 - € 199,42 = € 550,58 verlaagd. De fiets van € 750,00 kost de werknemer € 550,58.

Je kunt het salaris, afhankelijk van de gekozen doelen, verlagen gedurende verschillende perioden:

  • Bij extra reiskostenvergoeding wordt het salaris altijd iedere maand met een vast bedrag verlaagd.
  • Als je de verlaging wil gebruiken om een fiets voor woon-werkverkeer te kopen of voor de verlaging van studiekosten, dan kun je er ook voor kiezen om de verlaging te spreiden over twee of drie jaar of om de verlaging te laten plaatsvinden in de maand mei (als de vakantietoeslag wordt uitbetaald) of in december (als de eindejaarsuitkering wordt uitbetaald) in twee of drie opeenvolgende jaren.
  • Bij de overige doelen kun je kiezen tussen één en twaalf maanden.

Attentiepunten bij bepaling van je keuze 

  • De periode van salarisverlaging kan zich niet uitstrekken na de einddatum van je dienstverband.
  • De verlaging wordt beperkt door de wettelijke eis dat maandelijks tenminste het minimumloon over moet blijven. 
  • Een afspraak over de verlaging van het brutosalaris kan leiden tot een lagere vakantie-uitkering, maar mag niet leiden tot een vakantie-uitkering lager dan het minimumbedrag vakantie-uitkering.
  • Een verlaging van het loon in het jaar voorafgaand aan het eind van het dienstverband werkt door in de hoogte van een eventuele werkloosheidsuitkering (WW/WOI).
  • AVOM heeft geen invloed op de hoogte van de toelagen als genoemd in artikel 3.8 van de Cao-OI. En ook niet op uitbetaling van overwerk en vakantie-uren.

Het is moeilijk om een algemene indicatie te geven van wat het effect van loonsverlaging is op deze uitkeringen. Met aanvullende vragen over deze onderwerpen kun je je wenden tot je personeelsfunctionaris.

Beëindiging

Wanneer komt vast te staan dat het dienstverband zal worden beëindigd tijdens de overeengekomen looptijd van de afspraak, wordt een aan de gewijzigde omstandigheden aangepaste afspraak gemaakt. Bij beëindiging van het dienstverband worden, zoals de Belastingdienst voorschrijft, de resterende verplichtingen verrekend met het nettosalaris.

Voorbeeld

De aanschafkosten van de fiets van € 750,00 uit het eerdere voorbeeld worden 'afgelost' door verlaging van het brutosalaris met € 20,83 gedurende 36 maanden. Halverwege de looptijd eindigt het dienstverband. Er is dan niet zoals in het eerdere voorbeeld € 199,42 minder aan belasting en premies ingehouden maar € 94,50. De werknemer heeft daardoor een nettosalarisverlaging gehad van in totaal € 750,00 : 2 - € 94,50 = € 280,50 over een periode van 18 maanden. Van de aanschafkosten is de helft (€ 375,00) afgelost. Het resterende deel (€ 225,00) moet via het nettosalaris worden verrekend. De fiets van € 750,00 kost de werknemer dus € 94,50 + € 375,00 = € 469,50.

1) Berekening op basis van salaris onderzoeker in opleiding (tweedejaars).

Confidental Infomation