Werken met machines
Werken met machines is alleen toegestaan als je de vereiste deskundigheid bezit. Lees de instructies goed door en draag de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen.
Hoe werk ik veilig met machines?
Een paar algemene regels:
- Gebruik je de machine voor het eerst? Vraag toestemming aan je leidinggevende.
- Controleer voor je begint waar de noodknop zich bevindt.
- Houd de ruimte rond machines schoon, opgeruimd en vrij van obstakels.
- Draaiende machineonderdelen (assen, snaren, tandwielen) moeten afgeschermd zijn.
- Zet bij reparatie en het vervangen van onderdelen de machine zodanig uit dat ongewenst inschakelen uitgesloten is.
- Pleeg onderhoud nooit aan machines met draaiende onderdelen.
- Gebruik altijd opspangereedschap bij het boren in een werkstuk.
- Verwijder metaalspanen niet met de hand; gebruik een spaanhaak.
- Maak machines en onderdelen nooit schoon met een persluchtpistool, maar gebruik een kwast. Rondspringende metaalsplinters zijn onveilig en een luchtpistool veroorzaakt geluidniveaus waarbij gehoorschade kan ontstaan.
- Bij slijpmachines moet de slijpsteen voldoende afgeschermd zijn en mag de ruimte tussen leunspaan en steen ten hoogste 3 mm bedragen.
- Meld storingen en gebreken direct aan je leidinggevende, ook als je ze zelf op kunt lossen.
Is de machine veilig?
Machines hebben bij aanschaf een CE-markering. Zijn deze dan veilig?
Een CE-markering is uitsluitend een test van de fabrikant.
Belangrijk voor de gebruiker is dat:
- de machine geplaatst is in een veilige omgeving;
- de machine goed wordt onderhouden;
- de machine gebruikt wordt waarvoor die bedoeld is;
- er wordt gewerkt volgens de gebruiksaanwijzing;
- voor gewijzigde en zelf-samengestelde apparaten en machines een risico-inventarisatie uitgevoerd wordt; vraag je leidinggevende of Arbocoördinator hiernaar;
- machines minimaal voldoen aan de Richtlijn Arbeidsmiddelen.
Welke persoonlijke beschermingsmiddelen zijn van toepassing op mijn werk?
Enkele voorschriften voor persoonlijke beveiliging:
- Draag goedsluitende (werk)kleding.
- Werk niet met loshangende kledingstukken (stropdas, riem, sieraden).
- Bescherm lang haar voor ronddraaiende delen (bij draaibanken, boor- of freesmachines).
- Draag in mechanische werkplaatsen degelijk en gesloten schoeisel (geen gympjes of sandalen); veiligheidsschoenen zijn verkrijgbaar bij je leidinggevende of je Arbocoördinator.
- Draag bij werkzaamheden in de mechanische werkplaats altijd een veiligheidsbril.
- Gebruik de op de slijpmachine aangebrachte oogbeveiliging, maar ook een veiligheidsbril.
- Draag gehoorbescherming bij hinderlijk of schadelijk geluid.