Print deze pagina

Werken met wetenschappelijke proefopstellingen

Onze onderzoekers bouwen regelmatig nieuwe wetenschappelijke opstellingen om bepaalde hypothesen te testen. Soms kan hiervoor standaard (veilige) apparatuur worden aangeschaft.
Vaak bouwen medewerkers of de eigen instrumentmakerij zelf standaardapparatuur in of om. In die gevallen is de medewerker tot fabrikant geworden en is de werkgever verantwoordelijk voor de veiligheidsaspecten van de apparatuur.
Daarnaast wijzigen opstellingen vanwege het experimentele karakter nogal eens, waardoor het gecompliceerd kan zijn om te voldoen aan alle wettelijke veiligheidseisen.

Tijdig risico's inventariseren

De Arbeidsomstandighedenwet vereist een risico-inventarisatie en -evaluatie van opstellingen voorafgaand aan het gebruik.

Dit betekent dat voor het bouwen van nieuwe opstellingen of het in werking stellen van aangekochte of overgenomen opstellingen de risico's systematisch beoordeeld moeten worden. En dat, waar nodig, aanvullende maatregelen getroffen moeten worden en dat men moet vaststellen of de overgebleven risico's aanvaardbaar zijn. Hierbij gaat het niet alleen om de opstelling zelf, maar ook om de processen en de gebruikte en gevormde producten (chemicaliën, biologische agentia, hitte etc.).

Door al in een vroeg stadium aandacht te besteden aan veiligheid (planningsfase) kunnen risico's zoveel mogelijk bij de bron worden aangepakt en kunnen veiligheidsmaatregelen worden geïmplementeerd, nog voordat de werkzaamheden starten (zie figuur). Het kan voorkomen dat voor het uitvoeren van een bepaald experiment een vergunning vereist is, zowel vanuit de interne organisatie of gevraagd door de (lokale) overheid. Door het onderzoek in een vroeg stadium systematisch te beoordelen en te bespreken met de arbocoördinator ontstaat een overzicht van aan te vragen vergunningen en kan de onderzoeker hierin gefaciliteerd worden.

NWO-I-handreiking

De Arbo Advies Commissie heeft een handreiking 'Proactieve aanpak veiligheid en milieu bij nieuwe wetenschappelijke projecten' opgesteld (zie bijlage), waarin de onderzoeker handvatten krijgt om eventuele risico's en benodigde vergunningen in een vroeg stadium in kaart te brengen.

Bij de instituten is het beleid om deze handreiking te gebruiken bij de start van nieuwe projecten. Het wordt aanbevolen om het beleid ook te gebruiken bij de universitaire werkgroepen, indien lokaal beleid ontbreekt.

Confidental Infomation