NWO hangt regenboogvlag uit voor Coming-Outdag
Column Léon Ouwerkerk: "Een veilige werkomgeving ontstaat niet vanzelf, zelfs niet daar waar slimme mensen werken".
Op dinsdag 11 oktober vindt Coming-Outdag plaats, een dag die aandacht besteedt aan het moment dat lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen (LHBTI+) openlijk voor zijn/haar/hen seksuele geaardheid of genderidentiteit uitkomen: het uit de kast komen, oftewel de coming-out. NWO/NWO-I viert Coming-Outdag door op 11 oktober de regenboogvlag uit te hangen bij de kantoren in Utrecht en Den Haag en bij alle NWO-instituten.
Collega Léon Ouwerkerk, P&O-adviseur bij CWI en LHBTI+ coördinator voor heel NWO en NWO-I, heeft ook dit jaar weer een persoonlijke column geschreven over Coming-Outdag.
Het is Coming-Outdag! Een dag om te vieren dat LHBTI+[1] mensen open kunnen zijn over wie ze zijn. Om dit op de werkplek mogelijk te maken is een sociaal veilige omgeving van groot belang.
Afgelopen juli presenteerde de KNAW een informatief rapport met de titel Sociale veiligheid in de Nederlandse wetenschap [2]. Dit interessante document biedt richtlijnen en tips om ongewenst gedrag te voorkomen en het tijdig aan te passen. In het rapport worden diverse kanten van dit complexe onderwerp besproken, waaronder cultuur.
De auteurs van het rapport constateren dat we in Nederland over het algemeen denken dat de wetenschap een open werkomgeving is, waar iedereen gelijk is en alleen beoordeeld wordt op prestaties. Een omgeving waar iedereen een stem heeft en alle medewerkers worden gehoord zonder iemand te beoordelen op positie, afkomst, nationaliteit of identiteit. De werkelijkheid is anders. Afwijkende suggesties of opvattingen worden vaak als problematisch ervaren. Dit doet af aan de voordelen van diversiteit voor de kwaliteit van de wetenschap en wetenschappelijk werk. Een veelheid aan opvattingen zou eigenlijk een verrijking moeten zijn, wat kan leiden tot een verbreding van de horizon. Mensen die niet aan het doorsnee beeld voldoen, voelen zich nu veelal gedwongen om zich aan te passen of zelfs om de wetenschappelijke wereld achter zich te laten.
Tijdens de meest recente NWO Pride-bijeenkomst van 28 juni op het ARCNL, vroeg iemand met een seniorpositie zich af of al de veranderingen aangaande de LHBTI+ gemeenschap misschien te snel gaan voor de maatschappij. Hij suggereerde dat we ons misschien minder assertief op moeten stellen en het tempo van de veranderingen een beetje moeten aanpassen om rekening te houden met meer behoudende mensen. Een jonge onderzoeker reageerde op zijn woorden en er ontstond discussie. De jonge onderzoeker beargumenteerde gepassioneerd dat het niet rechtvaardig is om van LHBTI+’ers te verwachten dat zij hun rechten opzij zetten en om te verlangen dat zij geen uitdrukking geven aan wie ze zijn. Hoe lang moeten ze dan wachten?
De seniorwetenschapper gaf aan dat er een paar goede argumenten naar voren werden gebracht en dat hij zijn opvattingen zou heroverwegen. Dat was een moedige stap van hem, maar ook van de jonge onderzoeker om de seniorpersoon tegengas te geven. Ik was blij om te zien dat de aanwezigen zich veilig genoeg voelden om hun mening te delen en naar elkaar te luisteren tijdens de Pride-bijeenkomst. En zo zou het eigenlijk in alle werksituaties moeten gaan: vooral in de academische wereld waar iedereen vrij zou moeten zijn om meningen te uiten en discussies aan te gaan.
En dat is dan ook een van de KNAW-aanbevelingen. In de richtlijn wordt aangegeven dat iedere wetenschapper moet leren om constructief over gedrag te praten, aangezien dit deel uitmaakt van een gezonde werkomgeving en noodzakelijk is voor een goed functionerende wetenschappelijke praktijk. Discussies over gedrag zijn essentieel voor een - broodnodige - cultuurverandering. Ze stellen ons in staat om samen te onderzoeken waar bepaalde gewoontes vandaan komen en inzicht te krijgen in de gevolgen van bepaalde soorten gedrag. Het is ook belangrijk dat je je kwetsbaar durft op te stellen en vraagt hoe gedrag verbeterd zou kunnen worden.
Een veilige werkomgeving ontstaat niet vanzelf, zelfs niet op plaatsen waar slimme mensen werken. Organisaties zijn verplicht om hun werknemers te helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden om een werksituatie te creëren waar vrouwen en minderheden (zoals de LHBTI+ groep) zich prettig kunnen voelen. Daarnaast is het ook vanuit het streven naar ambitieuze doelen als Open Science en wetenschappelijke integriteit belangrijk dat mensen vaardigheden ontwikkelen om uiting te leren geven aan hun twijfels en moeilijke vragen te stellen zonder defensieve reacties op te roepen.
Vanuit deze invalshoek ben ik 'trots' dat onze NWO Pride-bijeenkomsten sociaal veilige ontmoetingen bieden en mensen hier op een constructieve manier over gedrag kunnen praten. Hopelijk ontmoeten wij elkaar bij de volgende bijeenkomst, of je nu een LHBTI+'-er bent of een bondgenoot: iedereen is welkom om mee te discussiëren.
Vragen en/of opmerkingen
Heb je vragen over LHBTI+ zaken? Neem dan contact op met de NWO coördinator LHBTI+, Léon Ouwerkerk, telefonisch via 06 47 77 81 01 of per e-mail
[1] Lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en intersekse identiteit