Print deze pagina

Kennismaking met NSCR-onderzoeker Stijn Ruiter: door verschillende brillen

Prof. dr. Stijn Ruiter, senior onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), is bezig een vijfjarig Vidi onderzoek af te ronden dat zich richtte op de vraag waar daders crimineel actief zijn. Ze zouden vooral dicht bij huis de fout in gaan, was vooraf het idee. Ruiter gebruikte gegevens uit allerlei registers en verzamelde data, ook over delicten waarvoor de daders nog niet gepakt waren. Hij bracht familierelaties in kaart, waar daders naar school gingen en analyseerde de woongeschiedenis van daders, hun ouders, kinderen en (ex)-partners. Ruiter: “De conclusie is dat daders delicten plegen in een groter, voor hen bekend gebied. Een thuisadres centraal stellen als uitgangspunt voor recherchewerk is dus te kortzichtig.”

Inzicht in routines
Ruiter stelt dat zijn onderzoek aantoont hoe belangrijk het is gedrag van daders in kaart te brengen. Een van zijn promovendi doet vervolgonderzoek naar tijdstippen van misdaad. Ruiter: “Daders brengen tijd met hun gezin door of zijn aan het werk. Inzicht in hun routines is belangrijk. Het liefst zou ik daders tracken, via GPS, maar daar zijn weinig vrijwilligers voor.” Hij is nu onder meer bezig met het analyseren van politievoertuiggegevens, om te onderzoeken of surveilleren tot minder criminaliteit leidt.

Over grenzen van disciplines heen
Het onderzoek naar criminaliteit is binnen NSCR langs drie centrale vragen georganiseerd. Wie pleegt op welk moment een crimineel feit en wie niet? Ruiters onderzoek past binnen de tweede vraag: ‘Waar en wanneer is een dader crimineel actief?’ De derde vraag is hoe de samenleving reageert op criminaliteit en wat de uitkomsten zijn van deze reactie. Binnen deze thema’s heeft NSCR een brede waaier van lopende onderzoeken, die variëren van wildlife criminaliteit (bijvoorbeeld stroperij) tot extremisme. Ruiter, ook MT-lid van het instituut: “Sommige keuzes maak je topdown, zoals het besluit te investeren in onderzoek naar cybercrime. Andere onderzoekslijnen ontstaan wanneer onderzoekers vanuit hun expertise nieuwe wegen inslaan. Als NSCR schrijven we daarnaast in op calls van bijvoorbeeld het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid en andere organisaties. Samen met de VU nemen we deel aan onderzoek binnen het Europese Horizon 2020 programma. We werken met vrijwel alle Nederlandse universiteiten samen en binnen de VU liggen lijntjes naar de meeste faculteiten. Onderzoek naar criminaliteit is bij de universiteiten ondergebracht bij criminologie in de rechtenfaculteit. Onze kracht is dat we door verschillende brillen, van alfa's, gamma's en bèta’s, naar criminaliteit kijken, over grenzen van disciplines heen.”

Niet open
NSCR is het kleinste instituut binnen NWO-I. De veertig medewerkers zijn gehuisvest op de campus van de Vrije Universiteit Amsterdam. Dat een bescheiden omvang en toponderzoek goed samengaan bewijst de uitkomst van de evaluatie (SEP) in 2017. Een panel van onafhankelijke experts beoordeelde NSCR als world leading and excellent. Ruiter is er trots op: “Het is een compliment voor onze koers.”
Met IT en datamanagement in portefeuille houdt Ruiter zich regelmatig bezig met onderwerpen die ook spelen bij andere instituten binnen NWO-I. Hij denkt graag mee over wetenschapsbeleid. In de discussie over open science en open data heeft NSCR specifieke belangen. Ruiter: “Transparantie van wetenschappelijke output staat ook bij ons voorop, maar wij moeten andere grenzen trekken vanwege de privacygevoeligheid van data. Hoe richt je het zo in dat repliceerbaarheid toch gediend wordt, is de voorliggende vraag.”

Niet op straat
Vanwege deze gevoeligheid van persoonsgegevens, waarover NSCR in vertrouwen de beschikking krijgt, zijn de veiligheidsvoorschriften binnen het instituut extreem streng. Ruiter: “Strafrechtelijke vervolging is een van de meest intieme dingen die mensen meemaken. Je moet er niet aan denken dat deze data bij ons vandaan op straat belanden. De NSCR-datamanager anonimiseert alle binnenkomende gegevens. Als dit niet kan, gaan ze als zogenaamde ‘rode data’ naar een Secure Analytics Lab dat niet aan het internet hangt. Voor bijna alle processen geldt ‘meekijken en elkaars werk controleren’. Onze functionaris gegevensbescherming maakt ons continu bewust van het precaire karakter van de data. ‘Omgaan met deze gegevens went’, is zijn lijfspreuk. Dat is waar.” NSCR staat op het punt te verhuizen, van de begane grond naar de derde verdieping. Een voordeel is dat het instituut nog moeilijker toegankelijk wordt voor mensen die er kwaad zouden willen.

Over Stijn Ruiter
Stijn Ruiter (1976) is socioloog. Hij werkt sinds 2009 als senior onderzoeker bij NSCR. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar ‘Sociale en ruimtelijke aspecten van deviant gedrag’ bij de afdeling Sociologie van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Zijn overstap van de Radboud Universiteit Nijmegen, waar hij promoveerde en universitair docent was, naar NSCR kwam voort uit belangstelling voor het onderzoek naar criminaliteit. “Ook trok de relevantie van het onderwerp en de multidisciplinaire benadering me aan.”

 

Confidental Infomation